Dit weekend een boek van Guus Kuijer gelezen uit 2009 over gelukkig worden. Het boek ben ik gaan lezen omdat ik mij als docent bezighoud met studenten te helpen om dichter bij hun innerlijke drijfveren te komen en vanuit hun passie bezig te zijn met hun studie. Op dit moment zijn de studenten van de minor mmci dan ook bezig met hun passie project.
“Een passie is een heftige interesse. Wanneer je een passie hebt, verdiep je je ergens in, en wanneer je je verdiept verander je. Misschien is dat een beetje griezelig: je volgt een weg waarvan je niet weet waar die eindigt. De indruk kan ontstaan dat ‘ergens in opgaan’ betekent dat je je ergens in verliest. Dat is zeker mogelijk. Een passie kan een bodemloze put worden als hij je vervreemdt van alle anderen.” (Kuijer, 2009).
In mijn vorige blogpost vertel ik een beetje hoe mijn passie voor het evangelie me een beetje vervreemde van anderen. Terugkijkend denk ik dan ook dat ik in deze periode doorgeslagen was en de nadruk in mijn leven te veel op het geloof kwam te liggen. Rond de eeuwwisseling verliet ik de geloofsgemeenschap waaraan ik verbonden was en begon een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Ik ging die tijd werken in het Hbo en legde me toe op het ondernemerschap onderwijs.
In zijn boek heeft Kuijer het ook over de rol van de leraar in de zoektocht naar geluk: “ zoals er een kloof is tussen de leerling en de leraar. Die kloof bestaat uit kennis. Natuurlijk moet de leraar de leerling de kans geven die kloof te overbruggen. Niets liever dan dat, maar de leraar moet niet als een bos violen neerknielen om net zo klein te worden als de leerling, de leerling moet zich naar zijn niveau opwerken. Dat kan alleen gebeuren wanneer de kloof door beiden wordt erkend. Die erkenning zou als volgt moeten klinken: met gevoelens kun je geen land besturen, je moet er verstand van hebben.” (Kuijer, 2009)
Met de opmerking in zijn boek sluit Kuijer zich ook aan bij de visie van Bordewijk op het onderwijs, die hij zo treffend verwoord in de roman Bint: “ de meester mag niet dalen, de scholier moet klimmen.” (Bordewijk, 1931).
Over intrinsieke motivatie zegt Kuijer ook nog het volgende: “Je kunt een concert of een voetbalwedstrijd consumeren, maar je kunt er ook met je volle verstand en gevoel aan deelnemen. In dat laatste geval kun je spreken van een passie. Mensen met een passie zijn gulzige studenten. Hun hersenen staan altijd in de startblokken om bij te leren, vaak zonder dat ze het zelf merken.” (Kuijer, 2009).
Ik sluit dit epistel af met een citaat van Kuijer over het hoger onderwijs: “Hoogopgeleid zijn betekent dat je op zijn minst hbo hebt gedaan, maar dat hoeft in ons onderwijssysteem niet meer te betekenen dan dat je vlijtig je lesjes uit je hoofd hebt geleerd en opgezegd bij een examen.” (Kuijer,2009). Dit inzicht maakt dat ik (en vele collega’s met mij) al jaren bezig ben om de student uit te dagen en de lat hoog te leggen, zodat hij/zij buiten zijn comfortzone treedt en dingen doet die niet uit een boekje geleerd kunnen worden. Het was echt de moeite waard dit boek te lezen!
Kuijer, G. (2009). Hoe word ik gelukkig?: een zelfhulpboek. Singel Uitgeverijen.