Vanochtend heerlijk gerend na een goede nacht in mijn eigen bedje. Het regende heel licht en er was weer veel zuurstof in de lucht. Ik geniet altijd erg van mijn rondjes rennen door Amsterdam Oost en het Diemerpark. Anita zegt vaak dat het lijkt alsof ik in een grot gewoond heb in een vorig leven. Ik zit liever buiten, dan binnen.
Als ik zo buiten aan het rennen ben zijn al mijn zintuigen actief, ik ruik de geuren van de vlinderstruik en andere bloemen. Ik voel de wind over mijn huid strijken. Ik zie de ontwikkelingen in de natuur, het groothoefblad dat zich uitstrekt, de bomen die uitspruiten, hondsdraf langs de weg, afhankelijk van de seizoenen merk ik veranderingen op. Ik zeg de konijnen gedag, merk de vogels op en ontmoet regelmatig de buizerd in de Diemerpolder. Ik groet hem met een diepe buiging en groot ontzag. Een keer per jaar vliegt er een ijsvogel langs en ben ik in de 7e hemel.
Als ik dan thuis kom, ben ik helemaal opgeknapt en staat mijn hart open voor de dag die komen gaat. Tijdens het rennen sta ik ook sterk in contact met de aarde. Sinds een aantal jaren heb ik mij een soepele tred aangeleerd en stamp ik niet meer door de straten, maar dans ik als een licht veertje over deze aardkloot.
Vandaag was ik ook bezig de indrukken van de afgelopen week te verwerken en zong ik de liederen: doe alles wat je doet met hart en ziel en someday never comes(stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen)