Het effect van studentenbedrijven op de economie

Eind 2009 heb ik een start gemaakt met het verzamelen van data over studentenbedrijven en het effect van het sociaal netwerk van deze bedrijven op het bedrijfsresultaat. Om dit te kunnen meten heb zijn er enquêtes afgenomen over de achtergronden, competenties en drijfveren van de studenten. Tevens zijn er interviews gehouden over het behaalde resultaat en de onderlinge samenwerking.

Deze metingen zijn gedaan onder studenten van de minor ondernemerschap van de Hogeschool van Amsterdam(HvA), tijdens deze minor starten de studenten een eigen onderneming. De studenten die na de minor hun onderneming voortzetten, zijn tevens gevolgd en minimaal 1x per jaar geïnterviewd over hun behaalde resultaten en de veranderingen in hun sociale netwerk. De metingen tot juni 2012 zijn in dit verslag verwerkt, waarbij ik ben uitgegaan van drie cohorten studenten in de periode september 2009 tot februari 2011.

In deze periode volgden 390 studenten de minor ondernemerschap van de HvA. Zij startten in het totaal 130 bedrijven in deze periode met een gemiddelde grootte van 3 personen. Juni 2012 waren nog 18 van de bedrijven gestart in deze periode actief.

Academisch jaar Aantal bedrijven Nog actief in Juni 2012
1-9-2009 – 1-2-2010 44 7
1-2-2010 – 1-7-2010 32 6
1-9-2010 – 1-2-2011 54 5

Tabel 1 Aantal bedrijven

De studenten die de minor ondernemerschap van de HvA volgen komen vanuit alle domeinen van de HvA. Globaal is de verdeling van studenten uit de diverse domeinen van de HvA over de minor ondernemerschap als volgt:

Domein Studenten minor
Media, Creatie en Informatie

10%

Economie en Management

60%

Onderwijs en opvoeding

0%

Gezondheid

5%

Maatschappij en Recht

0%

Bewegen, Sport en voeding

5%

Techniek

20%

Tabel 2 Relatieve verdeling studenten in de minor ondernemerschap

De studenten die de minor ondernemerschap volgen krijgen gedurende dat halfjaar de ondersteuning van een coach. Deze coach is ondernemer of heeft als ondernemer gewerkt. De studenten zien deze coach elke week en de coach is voor minimaal 0,2 FTE aan de minor verbonden. Naast de ondersteuning van de coach met advies, introduceert hij/zij ook de studenten bij connecties in zijn netwerk. Tevens kunnen de studenten gebruik maken van de connecties van het Amsterdam Center for Entrepreneurship(ACE). Tijdens de minor krijgen de studenten o.a. workshops op het gebied van financiën, recht, Sales en marketing.

In tabel 3 kun je de gegevens vinden m.b.t. de omzet van 105 van de 130 gestarte bedrijven na 20 weken werken. De gemiddelde omzet bedraagt € 986,- met een Standaard Deviatie van € 2.532,-. Van de 105 bedrijven maakten 63 bedrijven verlies en 42 bedrijven winst (voor belasting) na een periode van 20 weken.

N=105 Gemiddelde SD Min Max
Omzet 986 2532 0 18000
Kosten 1088 2081 0 15000
Winst -102 1760 -7000 10400

Tabel 3 Omzet en kosten gegevens van 105 van de 130 bedrijven

De studenten werden aan het einde van de periode gevraagd naar de inzet van hun sociale netwerk bij het realiseren van de resultaten van hun onderneming. De resultaten van deze interviews geven aan dat de invloed van vrienden en familie op het resultaat sterk genoemd kan worden. Dit is vooral te zien in de bedrijven die gestart werden door studenten in de handel en dienstverlening en waar het ging om consumentengoederen. De studenten die een product gingen ontwikkelen hadden meer baat bij de hulp van zakelijke relaties en kennissen.

Artikelen waar studenten mee hebben gehandeld in deze gevallen waren o.a.: kleding, sieraden, tassen en laptophoezen. Diensten die verleend werden betroffen o.a.: catering, organisatie van evenementen, fitness en adviezen op het gebied van sociale media. Producten die ontwikkeld werden betroffen o.a.: Een combinatie van rollator en Infuus, Bijzet tafel voor massagebank, voedselbak voor meerdere katten met RFID besturing en software voor horecaplanning.

De 18 bedrijven die op dit moment (oktober 2012) nog actief zijn, waren verantwoordelijk voor een omzet van in totaal € 500.000,- . De gemiddelde omzet in 2011 bedroeg € 29.000,-. De hoogste omzet was €120.000,- en de laagste omzet was €0,00 (product nog in ontwikkeling). Van de 32 (ex)studenten konden 12 studenten in hun eigen levensbehoefte voorzien vanuit hun onderneming. De overige 20 (ex)studenten waren ook nog aangewezen op een bijbaantje of studiebeurs.

Als het gaat om de innovatiekracht van de studenten kan vermeld worden dat in de periode tot juni 2012 diverse vindingen door studenten van de HvA op de markt gebracht zijn, waarbij sommige vindingen met gepatenteerde onderdelen. Het gaat daarbij bijv. om de elektronische voederbak voor meerdere huisdieren (niet gepatenteerd en nog niet op de markt gebracht), een combinatie van rollator en infuus (niet gepatenteerd, prototype ontwikkeld, door faillissement producent niet op de markt gebracht), bikepad(universele houder voor smartphone op de fiets, met gepatenteerde techniek, reeds op de markt gebracht) en de ruimtefiets(superlichte bakfiets met gepatenteerde techniek, op de markt gebracht). Daarnaast is er door diverse studenten de nodige software ontwikkelt om de dienstverlening in diverse bedrijven te vereenvoudigen.

Bovenstaande cijfers tonen in mijn ogen aan dat het een goede zet van de overheid geweest is om het starten van studenten bedrijven tijdens een Hogere beroepsopleiding te stimuleren. Zowel op het gebied van economische meerwaarde en innovatie tonen bovenstaande cijfers in mijn ogen aan dat het stimuleren van ondernemend gedrag lonend is. Op dit moment is mijn onderzoek nog niet afgerond en ben ik bezig om mijn conclusies met een wetenschappelijke onderbouwing te ondersteunen. Ik wilde dit bemoedigende resultaat alvast met u delen.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Nieuws, ondernemerschap, onderwijs, persoonlijk. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *