In 1980 werd dit boek op de markt gebracht en er is nu een heruitgave, met een voorwoord van Arnon Grünberg. Twee van mijn favoriete schrijvers aan het woord. Het was weer een mooi weekend!
Ik citeer graag deze passages: “De school is altijd anti-kind geweest, heeft leren altijd verward met weten en de vernieuwingspogingen zijn marginaal gebleven en zullen dat altijd blijven zolang de school de mens opvat als een wetend wezen” (blz 76) “In ons hart weten we allemaal hoe ‘modern’ de school zich ook voordoet, het kastijdingsapparaten zijn waar de kinderlijkheid weggeramd wordt, weggestraft, begraven onder een dodelijk en definitief weten. Wij weten dat de school eerder zou moeten lijken op een jungle, een boerderij, een laboratorium, een labyrint, dan op een kantoorgebouw en toch lijken alle scholen op het laatste. Wij beseffen dat 99 procent van de ‘leerstof’, die eigenlijk ‘weetstof’ zou moeten heten, onzinnige ballast is, uit mensonterende prietpraat bestaat” (blz 76).
Kuijer schreef dit in 1980, het jaar dat ik met de pedagogische academie begon. Meer dan 40 jaar later en tientallen onderwijsgebouwen verder, kan ik nog steeds zijn woorden onderschrijven en betreur ik de staat van ons onderwijs. Dit ondanks het feit dat ik als docent met veel plezier in het onderwijs gewerkt heb. In de marge heb ik gelukkig aandacht kunnen geven aan de individuele leerling/student, maar menigmaal ben ik gebotst met het systeem.
Kuijer gaat in zijn boek dieper in op het kind als zelfstandige identiteit en de manier waarop de volwassene zijn best doet om het kind op te voeden tot volwassene, die zijn hoofd niet boven het maaiveld dient uit te steken. Hij doet dit met verve en heeft wat mij betreft nog steeds zijn zeggingskracht niet verloren. Echt een aanrader voor elke onderwijs professional en ouder.